Vanaf per 1 januari 2020 zijn acht provincies over gegaan op het gebruik van duurzame energie. Die energie gebruiken ze voor publieke voorzieningen zoals tunnels, openbare verlichting, gemalen en provinciale gebouwen.
Het gaat om Flevoland, Gelderland, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland.
Door een nieuwe aanbestedingswet zijn provincies zelf verantwoordelijk voor de inkoop van de energie. De acht sloegen de handen ineen en sloten collectieve contracten voor de afname van duurzame energie met Vattenfall en Greenchoice.
Zeven provincies worden op deze manier voorzien van groen gas, en acht van duurzame elektriciteit. Zuid-Holland zag af van de gezamenlijke inkomen van gas omdat de provincie daar al veel gebouwen gasloos heeft gemaakt.
In het Noorden vormen Friesland, Groningen en Drenthe al een energiecollectief en Overijssel heeft een pact gesloten met de gemeenten in die provincie.